Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [2]Gij weet mijn zitten en mijn opstaan; [3]Gij verstaat van verre mijn gedachten. 2. De zin is: Al wat ik doe, hetzij ik stilzit, of opsta, of ga, Gij weet en ziet het al. 3. Alsof hij zeide: Als de gedachten nog verre van mij zijn, eer ik ze zelf bedenk, zo weet Gij ze.